Vink
Vink (Fringilla coelebs)




De vink (Fringilla coelebs) is een veelvoorkomende zangvogel in Europa, Noord-Afrika en delen van West-Azië. Hij behoort tot de vinkachtigen en wordt ook “botvink” genoemd. Mannetjes zijn in het voortplantingsseizoen opvallend gekleurd, vrouwtjes zijn minder opvallend. De vink is flexibel in gedrag: sommige vogels zijn standvogels, anderen trekken in de herfst of winter weg.
De zang van de vink is melodieus en herkenbaar: de zang is vaak aflopend, met aan het einde een korte verhoging in de toonhoogte, ook wel de “vinkenslag” genoemd. De roep is helder, zoals een “pink” geluid, en er zijn vlucht- en alarmroepen.
Leefgebied
Voedsel


Verspreiding
De vink is in veel gebieden een zeer talrijke broedvogel. In Nederland broeden er naar schatting 400.000 - 500.000 paar. In de winter verblijven er ook veel vinken, soms 1.000.000 - 2.000.000 in het land.
De vink komt voor in heel Europa, via delen van West-Azië tot Noord-Afrika. Afhankelijk van locatie trekken sommige populaties weg in koude maanden; anderen blijven het hele jaar.
Nestbouw
Het nest wordt gebouwd van mos, gras en ander plantaardig materiaal, en afgekleed met veren of dierenhaar. Vinken broeden meestal tussen medio maart en juli, vaak één of twee legsels per jaar.
Per legsel zijn er meestal 3-5 eieren. De broedduur is ca. 10-14 dagen; de jongen verblijven ongeveer 12-15 dagen in het nest.