Vink

Vink (Fringilla coelebs)

Blauwborst (Luscinia svecica) - Foto: © www.birdphoto.nlBlauwborst (Luscinia svecica) - Foto: © www.birdphoto.nl
Vink (Fringilla coelebs) - Foto: © www.birdphoto.nlVink (Fringilla coelebs) - Foto: © www.birdphoto.nl

De vink (Fringilla coelebs) is een veelvoorkomende zangvogel in Europa, Noord-Afrika en delen van West-Azië. Hij behoort tot de vinkachtigen en wordt ook “botvink” genoemd. Mannetjes zijn in het voortplantingsseizoen opvallend gekleurd, vrouwtjes zijn minder opvallend. De vink is flexibel in gedrag: sommige vogels zijn standvogels, anderen trekken in de herfst of winter weg.

De zang van de vink is melodieus en herkenbaar: de zang is vaak aflopend, met aan het einde een korte verhoging in de toonhoogte, ook wel de “vinkenslag” genoemd. De roep is helder, zoals een “pink” geluid, en er zijn vlucht- en alarmroepen.

Leefgebied

Vinken wonen vooral in loof- en gemengde bossen, boomrijke tuinen, parken en bosranden. Ze houden zich op in groenrijke gebieden waar voldoende dekking is. In de winter zijn ze soms ook te vinden in meer open gebieden of akkers, vooral als voedsel beschikbaar is.

Voedsel

Het voedsel bestaat vooral uit zaden (zoals beukennootjes) en zachte plantendelen. In het broedseizoen schakelen ze over op insecten, larven en andere dierlijke eiwitten, belangrijk voor de groei van de jongen en de hoge energiebehoefte van het zingen. In de herfst en winter zijn zaden dominant in hun dieet.
Blauwborst (Luscinia svecica) - Foto: © www.birdphoto.nlBlauwborst (Luscinia svecica) - Foto: © www.birdphoto.nl

Verspreiding

De vink is in veel gebieden een zeer talrijke broedvogel. In Nederland broeden er naar schatting 400.000 - 500.000 paar. In de winter verblijven er ook veel vinken, soms 1.000.000 - 2.000.000 in het land.

De vink komt voor in heel Europa, via delen van West-Azië tot Noord-Afrika. Afhankelijk van locatie trekken sommige populaties weg in koude maanden; anderen blijven het hele jaar.

Nestbouw

Het nest wordt gebouwd van mos, gras en ander plantaardig materiaal, en afgekleed met veren of dierenhaar. Vinken broeden meestal tussen medio maart en juli, vaak één of twee legsels per jaar.

Per legsel zijn er meestal 3-5 eieren. De broedduur is ca. 10-14 dagen; de jongen verblijven ongeveer 12-15 dagen in het nest.

Bijzonderheden

De vink is opvallend door zijn krachtige vlucht, die golvend is. Hij is ook sociaal, vooral buiten het broedseizoen, wanneer groepen vinken samen te zien zijn. De vink is beschermd in Nederland; nesten worden beschermd gedurende het broedseizoen. Verder zijn zangvariaties, zoals dialecten per streek, bekend.
Wat is dit? Vink "Onthoud mij" om uw winkelwagen op deze computer te raadplegen, ook als u niet ingelogd bent.